Brief van Bach aan Georg Erdman (jeugdvriend)                [ terug ] [ terug naar levensloop ]

Hoogedelgeboren Heer,

Uw Hoogedelgeborene zult een oude trouwe dienaar wel willen excuseren dat hij de vrijheid neemt U met deze brief lastig te vallen. Er moeten ongeveer vier jaar voorbij zijn, sinds Uw Hoogedelgeborene mij gelukkig maakte met een vriendelijk antwoord op de brief die ik U schreef; als ik mij dan herinner dat U toen zeer welwillend verlangde dat ik U zou berichten over mijn lotgevallen, zal ik mij hier gehoorzaam van die taak kwijten.

Van mijn jeugd af zijn U mijn levensfeiten goed bekend, tot aan de mutatie, waarbij ik als kapelmeester naar Köthen trok. Daar had ik een genadige en de muziek zowel kennende als liefhebbende vorst; bij wie ik ook van plan was de rest van mijn leven te blijven. Helaas moest geschieden dat de bedoelde Serenissimus huwde met een Berenburgse prinses, waarbij het er vervolgens op begon te lijken alsof de muzikale inclinatie van bedoelde vorst zich leek te verflauwen, temeer daar die vorstin een amusa scheen te zijn: zo beschikte God het dat ik hierheen tot de Director Musices en Cantor van de Thomasschool geroepen werd.

Hoewel het mij weliswaar aanvankelijk helemaal niet beviel om van een kapelmeester een cantor te worden, waarom ook mijn beslissing een kwart jaar lang traineerde, werd echter deze station mij dermate gunstig voorgespiegeld, dat ik eindelijk (temeer daar mijn zonen tot studeren geïnclineerd schenen) het in de naam van de Hoogste waagde, en mij naar Leipzig begaf, mijn examen aflegde, en vervolgens die mutatie bewerkstelligde. Hier ben ik nu naar Gods wil nog steeds werkzaam.

Daar ik echter (1) vind dat deze dienst lang niet zo aantrekkelijk is als men hem beschreven had, (2) vele accidentia dezer post mij ontgaan zijn, (3) het een zeer dure plaats is en (4) er een wonderlijke en de muziek weinig toegedane overheid is, waardoor ik bijna steeds in ergernis, nijd en vervolging leven moet, zo voel ik mij genoodzaakt met de hoogste bijstand mijn fortuin elders te zoeken. Mocht U Hoogedelwelgeborene, voor een oude trouwe dienaar in uw woonplaats een geschikte post weten of vinden, zo verzoek ik U heel gehoorzaam voor mij een zeer welwillende recommandatie te verlenen. Aan mij zal het niet mankeren dat de zeer welwillende voorspraak en intercessie enige satisfactie zal opleveren, mij naar beste vermogen bevlijtigend.

Mijn huidige dienstbetrekking levert ongeveer 700 thaler op, en als er wat meer lijken zijn dan gewoonlijk, dan stijgen ook naar proportie de accidentia. Is er echter een gezonde lucht, dan vallen daarentegen zulke ook, zoals ik dan vorig jaar aan accidentia 100 thaler heb ingeboet op gewone lijken. In Thüringen kan ik met 400 thaler verder komen dan in deze plaats met nog eenmaal zoveel honderden? vanwege het excessieve, kostbare levensonderhoud.

Nu moet ik ook nog een weinig vermelden van mijn huiselijke toestanden. Ik ben voor de tweede keer getrouwd en mijn eerste vrouw zaliger is in Köthen gestorven. Uit het eerste huwelijk zijn nog drie zoons en een dochter in leven, die Uw Hoogedelgeborene nog in Weimar gezien heeft zoals U zich zeer welwillend zult herinneren. Uit het tweede huwelijk zijn in leven een zoon en twee dochters. Mijn oudste zoon is een rechtenstudent, de beide anderen zitten nog op school, een in de eerste, de andere in de tweede klas, en de oudste dochter is ook nog ongehuwd. De kinderen uit het tweede huwelijk zijn nog klein, en de eerstgeboren knaap is zes jaar oud. Maar het zijn allemaal geboren Musici, en ik kan u verzekeren, dat ik al een concert vocaliter en Instrumentaliter met mijn familie geven kan, temeer daar mijn huidige vrouw een heldere sopraanstem heeft, en ook mijn oudste dochter niet slecht meedoet.

Ik overschrijd bijna de maat der hoffelijkheid als ik U Hoogedelgeborene met nog meer belast, daarom ijl ik naar het slot toe met alle respect mijn leven lang verblijvend,

de aan Uw Hoogedelgeborene geheel gehoorzame, toegedane dienaar

Joh. Sebast. Bach.

Uit: "Johann Sebastiaan Bach" van Maarten 't Hart (2000) / vertaling Maarten 't Hart

[ terug ]

[ naar boven ]