Franz Joseph Haydn (1732 - 1809) [sluit pagina na lezen en luisteren]
Wacht even op de muziek. Je hoort een deel uit zijn vioolquartet nr. 77 - het "Keizersquartet"-, waarvan de melodie nu wordt gebruikt voor het Duitse volkslied.
Jozef Haydn werd al vroeg in
de leer gedaan om kerkmusicus te worden. Vanwege zijn muzikaliteit werd hij
ingelijfd bij het koor van de Weense Stephansdom. Daar werd hij om zijn mooie
stem bijna gecastreerd, als zijn vader die dag niet toevallig langs was gekomen.
In 1649 verliet hij het koor en hield zich met losse muzikale baantjes in leven.
Hij had zich vast voorgenomen componist te worden. Met zijn componeren en spelen
maakte hij al naam en verdiende geld. In 1755 kreeg hij zijn eerste aanstelling
als muziekleider bij graaf von Fürnberg. In 1761 kwam hij in dienst bij vorst
Esterhazy in Eisenstadt. Hij werkte er tot 1790, maar hield hij zijn leven lang
contact met dat hof. Hij bleef daar nogal geïsoleerd van het grote
muziekcentrum Wenen. Wel ontmoette hij er veel mensen, omdat Esterhazy een druk
en internationaal bezocht hof was. Zo maakte Haydn langzamerhand toch naam in
Europa. Hij kreeg bijvoorbeeld opdrachten voor het schrijven van symfonieën uit
Parijs en voor het schrijven van kerkmuziek uit Cadiz. In 1782 raakte hij
bevriend met Mozart. In 1790 kreeg hij de uitnodiging om naar Londen te komen.
Daar had hij veel succes en schreef er de laatste twaalf van ruim honderd
symfonieën. Hij raakte er in de ban van Händels koormuziek. Na 1795 bleef hij
in Wenen en schreef er missen en zijn twee grote oratoria: Die Schöpfung en die
Jahreszeiten.
Haydn wordt wel als grondlegger van de "klassieke"muziekstroming en de
Weense school beschouwd (Haydn, Mozart, Beethoven). Hij was belangrijk voor de
ontwikkeling van de symfonie. Daarnaast heeft hij de kwartetmuziek, waarin vier
instrumenten gelijkwaardig speelden, ontwikkeld.
[sluiten]